Fastfood breidt stevig uit in België - maar wijst dat op gezondheidsrisico's?
In dit artikel:
De Belgische fastfoodmarkt maakt een sterke groeifase door, waarbij grote ketens zoals McDonald’s, Burger King, KFC en Domino’s samen minstens 250 nieuwe vestigingen willen openen binnen enkele jaren. McDonald’s wil zijn aantal restaurants uitbreiden van 122 naar 150 tegen 2027, terwijl Burger Brands Belgium (eigenaar van Quick en Burger King) mikt op een groei met 50 extra locaties. Ook Domino’s, momenteel met circa 130 filialen actief, streeft naar meer dan 200 vestigingen, met name gericht op bezorging en zichtbare winkels. Deze ontwikkelingen weerspiegelen een trend die Nederland eerder doormaakte, waar fastfood en casual dining het horecalandschap hertekenden. Tegelijkertijd verdwijnen traditionele frietkoten uit het straatbeeld, terwijl moderne cafetaria’s – “frietvilla’s” genoemd – opkomen.
In de media wordt deze expansie vaak gekoppeld aan toenemende obesitascijfers in België. Kranten als HLN en Het Nieuwsblad leggen echter zonder wetenschappelijke onderbouwing een direct verband tussen de groei van fastfoodrestaurants en de stijging van overgewicht. De vakvereniging ProFri waarschuwt dat dit beeld misleidend is. Volgens hun Frietmanifest is obesitas een complex probleem met meerdere oorzaken, zoals genetica, levensstijl en socio-economische factoren, en staat het aantal eetgelegenheden los van deze ontwikkeling. Het stigmatiseren van bepaalde voedselvormen of de frituursector kan leiden tot onterecht negatief denken over een branche die al jarenlang inzet op kwaliteit en vakmanschap.
De krant De Tijd laat een genuanceerder geluid horen: zij rapporteren over de groei van fastfoodketens en obesitas, maar leggen geen direct oorzakelijk verband. De krant pleit voor een evenwichtige houding ten aanzien van de uitbreidingsplannen en erkent dat obesitas veel breder ligt dan alleen de aanwezigheid van fastfood.
Voor zelfstandige cafetaria’s en frituren biedt de huidige fastfoodgroei ook kansen. Belangrijk is dat zij inzetten op authentieke, ambachtelijke producten, transparantie over ingrediënten en klantgerichtheid. De opkomst van casual dining kan hen bovendien helpen zich te positioneren als aantrekkelijke, kwaliteitsvolle alternatieven. ProFri en haar zusterorganisatie Navefri zien het als hun taak om het publieke debat over voeding en gezondheid te verdiepen en te ontdoen van simplistische verbanden tussen frituurproducten en overgewicht.
De uitbreiding van fastfoodketens in België is onmiskenbaar, maar het eenzijdig koppelen van deze groei aan obesitas ontbreekt het aan wetenschappelijke basis en kan schadelijke maatschappelijke effecten hebben. De frituursector verdient erkenning voor zijn evolutie en vakmanschap. Gezondheid wordt immers bepaald door een samenspel van persoonlijke keuzes, gedragingen en omstandigheden, waarbij nuance en kwaliteit centraal staan. Wie hierop inzet, kan juist profiteren van de veranderende markt zonder onder de snelle media-opvattingen te lijden.