Frituren verdient respect - van de media én van onszelf

maandag, 13 oktober 2025 (14:22) - Frituurwereld

In dit artikel:

Afgelopen weekend hield dagblad Tubantia — met dezelfde bijdrage in De Gelderlander en als betaalartikel in het AD — een online poll over de stelling om een dorpshuis twee uur per week als cafetaria te gebruiken. Van de 3.022 deelnemers stemde 82% positief, iets wat Frans van Rooij, oprichter van vakvereniging ProFri en het Nederlands Frituurcentrum, bemoedigend vindt. Het resultaat onderstreept volgens hem dat de frietmaaltijd nog altijd een vaste plaats heeft in Nederlandse huishoudens en dat de dorpsfrituur een sociale functie vervult.

Van Rooij gebruikt de uitkomst om te reageren op wat hij ziet als wijdverbreide vooroordelen over gefrituurd eten. Hij hekelt de eenzijdige toon in veel berichtgeving, waarin frituren al snel als per definitie ongezond wordt weggezet. Zulke waardeoordelen, stelt hij, sluipen ook soms de eigen branche binnen: ondernemers verdedigen producten voornamelijk door te benadrukken dat ze “gezonder” zijn, alsof dat het enige criterium is. In plaats daarvan pleit hij voor trots op het vakmanschap en voor erkenning dat frituren een bereidingswijze is die, mits goed uitgevoerd met kwaliteitsproducten, volwaardig kan zijn.

Om die positie te verstevigen noemt Van Rooij concrete stappen en bestaande initiatieven: het keurmerk Goed Gefrituurd, het kwaliteitszegel Met Goud Bekroond en de poging om de Vaderlandse Afhaalfrituur als immaterieel cultureel erfgoed te laten erkennen. Hij roept ondernemers in de frituursector op zich te verenigen en lid te worden van ProFri, niet alleen voor financiële of bedrijfsmatige voordelen, maar vooral om gezamenlijk te werken aan een evenwichtiger beeldvorming. Ook fabrikanten, toeleveranciers en dienstverleners worden uitgenodigd de vereniging te steunen.

Als afsluiting positioneert Van Rooij ProFri als hoeder van het vakmanschap en pleit hij voor collectieve inzet tegen negatieve stereotypen over de frituurbranche. Zijn achtergrond als oprichter en voormalig actief promotor van betere praktijken onderbouwt zijn oproep tot solidariteit en eerherstel.