Het einde van Vapiano Nederland
In dit artikel:
Vapiano heeft in Nederland definitief de deuren gesloten. In september 2025 vroeg Vapiano Nederland faillissement aan voor zes vestigingen (Amsterdam, Almere, Tilburg, Eindhoven, Rotterdam en Groningen) nadat een payrollbedrijf een vordering van ongeveer €1,1 miljoen opeiste. Hoewel de keten stelde dat de restaurants op zichzelf rendabel waren, bleek de opgelopen schuld de directe oorzaak van de instorting. De curator meldt dat onderzoek naar mogelijke doorstarts geen resultaat opleverde. Dit is de tweede grote crisis voor Vapiano in Nederland: in 2020 werd de Nederlandse tak ook al failliet verklaard en werd daarna onder leiding van Van der Valk International een beperkte doorstart gerealiseerd.
Meerdere factoren hebben bijgedragen aan het definitieve einde: het arbeidsintensieve, live-cookingconcept met open keukens leverde onderscheidend vermogen maar leidde ook tot lange wachttijden en hoge personeelskosten; de coronapandemie heeft de branche eerder beschadigd; en in 2025 kwamen stijgende exploitatiekosten, zware schulden en dalend consumentenvertrouwen samen in een juridische en financiële impasse. Tegelijk veranderde de markt: consumenten vragen sneller, goedkoper en flexibeler eten, iets waar een grote fullserviceformule steeds minder goed op aansluit.
De sluiting heeft bredere consequenties voor de Nederlandse horeca en foodservice. Grote ketens blijken kwetsbaar voor kosten- en marktdruk; banen, huurverplichtingen en toeleveringsrelaties staan onder druk; en franchisenemers lopen risico als het centrale model niet meebeweegt. Voor de snack- en frituurbranche levert dit een duidelijke les: merkbekendheid alleen volstaat niet — kostenbeheersing, operational efficiency, flexibiliteit (snelle omschakeling naar afhaal/bezorging) en herkenbare kwaliteit zijn cruciaal. Het vertrek van Vapiano creëert tegelijk ruimte voor kleinere, lokale concepten die sneller kunnen inspelen op gastwensen.
Kortom: het faillissement van Vapiano Nederland markeert het einde van een herkenbaar horecaconcept en benadrukt dat toekomstbestendigheid meer vraagt dan een populair merk — het vraagt een kostenefficiënt, wendbaar bedrijfsmodel dat past bij veranderende consumentenvraag.